Zaandam, 15 december 1948

Aan Hoofd Sectie G8 van de Generale staf.

In antwoord op uw schrijven moet ik tot mijn spijt berichten, dat ik geen kaarten of schriftelijke gegevens meer bezit. Mijn herinneringen zijn vervaagd. Het volgende kan ik u echter nog mededelen:

De opstelling van III-7.R.I. heb ik op bijgaande kaart getekend. (Noot: de kaart die aangetroffen werd in het archief bleek niet van het derde bataljon te zijn)

I-III was rechts aangeleund (Ik meen aan 5 R.I.)

2-III-was links aangeleund aan II-7 R.I.

De opstellingen van de zware mitrailleurs (Ct. res. kapitein Twerda) waren verdeeld over de vakken van beide beide compagnieën en in de stoplijn. De sectie Pag. had drie opstellingen in het vak van 1-III. De compagnie mortieren had een opstelling in de stoplijn, dichtbij de Erdal-fabriek. Het bataljon was nog versterkt met een sectie zware mitrailleurs, die ook opstellingen had in de stoplijn. In of vlak voor de oorlogsdagen was er, meen ik, nog een versterking gekomen van een sectie (?) infanterie. Deze had een opstelling gekregen voor het vak van 1-III, met waarschuwende taak.

De voormalige Commandant van III-7 R.I.,

De Reserve majoor, Dr. P.J.W. v. Malssen

Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Gevechtsverslagen- en rapporten mei 1940