Verdeeld door de spoorlijn en op enige honderden meters van de Batterij aan de Schalm, ligt de Post op de Juffersdijk. Wie tegenwoordig tussen de schaapjes door over het dijkje wandelt, kan zich nauwelijks voorstellen dat we hier te maken hebben met een gaaf verdedigingswerk uit de 18e eeuw. Ontwerpers van fietstochten merken het zogenaamde ‘schapendijkje’ amper op en richten zich liever op het Fort aan de Buursteeg en het nabijgelegen Werk aan de Schalm. Toch hebben we hier te maken met een prachtig gerestaureerde liniedijk, compleet met kanonopritten en borstwering.
Post op de Juffersdijk
De ‘Hoofdpost’ van de Linie van Juffrouwwijk wordt sinds 1843 doorsneden door de spoorweg Arnhem-Utrecht en kreeg er daarmee nog een defensieve functie bij. Oorspronkelijk was het bedoeld om de Emminkhuizerberg te beschermen en de toegangswegen; de Emminkhuizerlaan en de Schalmdijk uit Renswoude te controleren. Daarom stond er vanaf de aanleg in 1799 een houten wachthuis in de post en beschikte het werk over een gemetseld kruitmagazijn. Bovendien dekte het de Juffersluis in de Slaperdijk, die het mogelijk maakte de Veenendaalse Vaart af te sluiten. De eerste steen van de sluis werd gelegd door Peter Wiltvang in 1754 en Johan Lagerwey , de restaurateur die de steen vond, legde voorlopig de laatste. De wijk (zijkanaal in een veenderij) had getuige zijn vroegere breedte van bijna 6 meter veel betekenis in dit turfstekersgebied. Van de Juffrouwwijk, genoemd naar de ‘vrouwe van Renswoude’ (Margaretha van Culemborg 1530-1608), resteert slechts een smal ‘slootje’.
Rond de linie van Juffrouwwijk liggen diverse tastbare zaken uit de Tweede Wereldoorlog. De opvallend grote bunker is van Duitse makelij en speelde een rol in de Pantherstellung. Verder staan er nog twee Nederlandse Stekelvarkens(S3a) en een bijzondere Betonkazemat met klimkoker. De Stichting Grebbelinie deed onderzoek in 2016. Daarbij werd een intacte B-kazemat ontdekt langs de Emmikhuizerlaan. De kazemat ligt scheef en was grotendeels bedekt met aarde. Met toestemming van Staatsbosbeheer kon de kazemat enigszins zichtbaar worden gemaakt.