Scherpenzeel. Het duurde 65 jaar. Maar op vrijdagmiddag 18 maart 2005 gingen dan eindelijk de foto’s rond in de kring van mensen die elkaar voor het eerst ontmoetten tijdens de mobilisatie van 1939/’40. Foto’s uit een periode die vergeten leek. Niet alleen de tijd, maar ook het artilleriebombardement op Scherpenzeel had vele herinneringen uitgewist.
Marijke van Haren-Hermse en haar moeder hadden zich echter voorgenomen om de foto’s die soldaat Hermse nagelaten had, naar Scherpenzeel te brengen. De zoektocht begon in 1983 toen de heer Hermse tijdens zijn ziekte veel vertelde over zijn belevenissen in de mobilisatietijd. Over zijn inkwartieringsadres waar hij zich thuis voelde, hoewel hij ver van huis was. Over het mobilisatiekruis dat zorgvuldig bewaard werd bij zijn foto’s uit die periode. Na zijn overlijden speurde men verder naar de familie in Scherpenzeel, helaas zonder veel succes. Met de komst van Internet werd het zoeken naar betrokkenen voortgezet. Aangezien hun echtgenoot en vader diende in de Grebbelinie werd de Stichting Grebbelinie in februari 2005 aangeschreven. Met hulp van de heer Lagerweij van de Vereniging Oud Scherpenzeel wist men de familie vrij eenvoudig op te sporen. Het toeval wilde dat de heer Lagerweij jarenlang met één van de gezinsleden had samengewerkt als timmerman. Zo werd de wens na 65 jaar werkelijkheid. In Hotel Schimmel ontmoetten mevrouw Hermse en haar dochter de kinderen die een rol speelden in het leven van hun vader en echtgenoot. De overhandigde bloemen staan in een fraai potje met het wapen van Gennep. En de foto’s die zo’n lange reis hebben gemaakt zijn weer thuis.
Hendrik Arnoldus Hermse uit Gennep was een van de vele militairen die tijdens de mobilisatie gastvrij werd onthaald door de burgerbevolking van Scherpenzeel. Hij nam met twee andere soldaten zijn intrek bij de familie Hazeleger aan de Marktstraat, tegenover de Eierhal. Het gezin met drie kinderen schikte een beetje in. De soldaten waren graag geziene gasten; ’s avonds kaartten ze met elkaar, ze sliepen op de zolder en soms namen ze cadeautjes voor de kinderen mee. Als chauffeur in het 15e Regiment Infanterie waren ze verantwoordelijk voor het vervoer van levensmiddelen en munitie voor de soldaten.
Tijdens de mobilisatie kwam de jonge verloofde Bertha soldaat Hermse in Scherpenzeel regelmatig opzoeken. In december 1939 trouwden ze tijdens een kort verlof in Gennep. In dezelfde winter werden foto’s gemaakt rond het adres waar de bruidegom ingekwartierd was. Andere foto’s werden gemaakt in het voorjaar van 1940. De opnames zouden een bijzondere reis maken.
De meidagen van 1940 maken een abrupt einde aan het samenzijn. Na het overvliegen van de eerste Duitse vliegtuigen maakt het gezin Hazeleger zich op voor de evacuatie per trein naar Winkel(Noord-Holland). Soldaat Hermse blijft achter en doet in Scherpenzeel zijn plicht. Munitie en voedsel wordt naar de stellingen gebracht; naar de soldaten die op 13 mei zwaar op de proef worden gesteld tijdens hevige Duitse aanvallen op de voorposten. Ook de vrachtwagen van soldaat Hermse vormt een doelwit. De bestuurder verlaat met een sprong de cabine en raakt gewond doordat hij op de kolf van zijn geweer valt. In de uren die volgen wordt er hard gevochten en Scherpenzeel komt geregeld onder artillerievuur. Eerst Duits, later Nederlands vuur als de voorposten in de plaats gevallen zijn op 13 mei 1940.
Het Nederlands leger trekt zich ondanks plaatselijk succes ’s avonds terug op de Vesting Holland en twee dagen later capituleert Nederland. Als Dirk Hazeleger terugkeert naar zijn woning treft hij een ruïne. Zijn vrouw en kinderen komen later over en worden opgevangen door familie. Alles zijn ze kwijt.
Soldaat Hermse besluit in de zomer van 1940 Scherpenzeel weer te bezoeken. Hij maakt een foto van wat eens zijn inkwartieringsadres was, voor hij weer naar Gennep terugkeert. Dirk en Corrie, de oudste kinderen van het gezin, poseren wat triest op de restanten van het oude huis. (foto links)
In de oorlog bouwt de familie Hazeleger aan een nieuw bestaan. De Gennepse familie doet hetzelfde tot de geallieerden in 1944 de Limburgse plaats naderen. De bevolking evacueert en het gezin Hermse trekt over de grens om aan Duitse razzia’s te ontkomen. Bertha naait de foto’s van haar man in uniform in de voering van haar tas, omdat ze deze kostbare herinneringen niet wil kwijtraken tijdens de tocht, aan Duitsers of mensen die hun leegstaande woning zouden bezoeken. Ze trekken door Duitsland naar Noord-Nederland, slapen drie maanden in boerderijen of in bossen. Gennep wordt bevrijd door Schotse soldaten en de familie keert terug. Tientallen kilometers worden lopend overbrugd, ook door de kinderen. Bij de terugkeer ontwaren ze geallieerde soldaten in hun huis, die de laatste bruikbare delen van het interieur aan het slopen zijn. Het huis blijkt te fungeren als slaapplaats voor doortrekkende militairen. Deze keer is het de beurt aan de Gennepse familie om het huis te delen met militairen. En ook deze woning is ernstig beschadigd; de ruiten zijn er uitgeslagen, het dak lekt en het interieur is vernield. Pas na maanden zou het gewone leven weer een aanvang nemen.
Na 65 jaar troffen de families elkaar weer op een paar honderd meter van de Grebbelinie, waar het allemaal begon.