In de Gelderse Vallei ligt tussen een Veenendaal en Renswoude een merkwaardige dijk. Vanaf het dijklichaam is nauwelijks water waar te nemen; geen rivier, zee of meer lijkt het gebied te bedreigen. De naam Slaperdijk vertelt genoeg. Zolang de dijk tussen Wageningen en de Grebbeberg niet doorbreekt, kan de Slaperdijk blijven rusten.

Overstromingen in de Vallei

Toch was de Vallei eeuwenlang het toneel van overstromingen. Omdat de waterstand in de Rijn maar liefst zes meter hoger is dan het IJsselmeer, ontstond er bij hoog water in de rivier groot gevaar. De Grebbedijk bezweek in de loop der jaren regelmatig. Volgens de Utrechtenaren, omdat de Geldersen onvoldoende aandacht aan de dijk besteedden. Zo kon het water zich ongehinderd in de Vallei storten, met alle gevolgen van dien. Na de doorbraak van 1595 werd de Grebbedijk bij Rhenen verzwaard. Desondanks overstroomde het gebied weer in 1599, 1643 en 1651. De kans op overstromingen groeide juist, vanwege de ontbossing in Duitsland, waardoor dit stroomgebied minder water kon vasthouden bij regenval. Bovendien werd de Rijn ingedijkt, waardoor het water een geringere stroombreedte had. Bij de overstromingen passeerde het water de Emminkhuizerberg aan beide zijden. Nadat het Renswoude bereikt had(+6 m N.A.P.), kon het water doorstromen naar Woudenberg, Amersfoort(+2,5 m) en Nijkerk(+0,1 m).

Op 7 december 1652 besliste men, dat er een slaperdijk moest komen tussen de Amerongse Berg en de Emminkhuizerberg. Vanwege de gespannen sfeer tussen Gelderland en Utrecht besloot men de dijk niet naar het hoger gelegen Ede te vervolgen, maar te kiezen voor een noordelijke route ten oosten van Renswoude. De dijk werd niet in één keer aangelegd. Een belangrijk deel werd aangelegd in 1652-’54, begon bij de Amerongseberg en reikte tot voorbij het ‘Grand Canal’ in Renswoude. Het tweede deel tot Daatselaar was pas in 1664 gereed. In 1711 bleek, dat het water nu om de Slaperdijk heen kon stromen. In 1799 werd deze dijk verbonden met de Groeperkade, zodat Renswoude in theorie veilig omgeven was met dijken. De geschiedenis leerde dat de Slaperdijk kwetsbaar was; bij de Munnikenheul brak het water in 1855 door de dijk na de zoveelste doorbraak van de Grebbedijk.

De Arnhemse weg tussen De Klomp en Renswoude doorsnijdt de dijk en vormt zodoende een coupure. Deze opening kan nog steeds afgesloten kan worden met balken, die worden bewaard in een kleine loods. Tijdens de meidagen ’40 vormde dit gebied het ‘steunpunt Slaperdijk’, dat verdedigd werd door de 2e sectie M.C. van het 22 e Regiment Infanterie. Men verdedigde zich succesvol tegen het 368e Duitse Regiment Infanterie.